Communicatie met het kind

 

Je hoort vaak het fabeltje dat kinderen bang zouden zijn voor informatie of dat ze de informatie niet zouden snappen. Vaak voelen kinderen zelf aan dat er iets speelt, lieg er dan niet over en ga het gesprek aan. Het is dan ook belangrijk om de uitleg aan te sluiten op de ontwikkelingsfase van het kind en niet alleen maar de leeftijd. Belangrijk in de communicatie is om eerst te vragen aan het kind zelf, hoe hij denkt over de ziekte en beperkingen. Pas wanneer een kind zijn fantasie en gevoel over de ziekte verwoord, daarop kun je aansluiten

Tips om mee te nemen.

  • Help het kind te begrijpen waar het gesprek voor bedoeld is. Het helpt om te zeggen dat je een serieus gesprek wilt voeren.
  • De intensiteit van een gesprek kan vaak voor een kind beangstig zijn vooral als het een serieus en belangrijk gesprek is. Het kan soms fijn zijn om met iets anders bezig te zijn tijdens het gesprek dan dat je intens op het kind gericht bent
  • Houd rekening met het verschil in de lengte tussen jou en het kind. Het is beter als je op gelijke ooghoogte bent.
  • Houd rekening mee dat een kind heel erg communiceert met zijn lichaam. Let daarop en maak er gebruik van.
  • Maak het gesprek niet te lang. Vooral kleine kinderen kunnen niet lang achter elkaar stil zitten om te praten.
  • Blijf bescheiden. Wanneer het kind niet wilt praten, respecteer dat dan. Probeer niet te veel te pushen, zo kan je geen band met je patiëntje bouwen.

Beantwoordt alle vragen van het kind maar vertel ook niet meer dan ze vragen. Kinderen kunnen goed zelf aangeven als ze toe zijn aan meer informatie. Kinderen die wat verder zijn in hun ontwikkeling, gaan vaak zelf opzoek naar informatie. Deze informatie is niet altijd juist. De huisarts kan hierbij helpen. De zorg mag dan vaak onder verantwoordelijk van een specialist vallen maar de huisarts kent het kind misschien wel beter en kan samen met de ouders moeilijke vragen beatwoorden. Vaak zijn het vragen waarbij ze niet snel naar een ziekenhuis kunnen gaan. In het ziekenhuis kan jij als verpleegkundige de persoon zijn waarbij ze hulp kunnen vragen.