Zorg en begeleiding voor de ouders en/of naasten

 

Als ouders te horen krijgen dat hun kind leukemie heeft zal dit eerst een shock veroorzaken. Ouders voelen zich dan vaak verward en kunnen de informatie die ze krijgen niet allemaal in zich opnemen of onthouden. Het is belangrijk dat ouders de juiste voorlichting krijgen en dat alle vragen nogmaals gesteld kunnen worden. Vaak zullen ouders verschillende emoties voelen zoals; ontkenning, woede, schuldgevoel, verdriet, en angst. Dit zijn normale emoties. Veel ouders hebben het gevoel dat ze er alleen voor staan. Het is daarom goed voor hun om met lotgenoten erover te praten. Die hebben hetzelfde meegemaakt of maken dat ook nog steeds mee. 

Hieronder staan 10 regels voor de ouders en/of naasten van kankerpatiënten die ze misschien kunnen helpen.
De 10 naasten regels van kankerpatiënten:
- Een naaste heeft recht op erkenning en begrip.
-  Een naaste heeft recht op medische informatie, uitleg door de behandelend arts en recht op begeleiding van hulp en zorg verleners, ook voor zichzelf.
- Een naaste heeft recht op betaald ziekteverlof als de situatie niet meer dragelijk is, en functioneren op het werk onmogelijk is.
- Een naaste heeft recht op privacy, als hij / zij dat wenst en om met rust gelaten te worden op een moment dat het niet goed uitkomt.
- Een naaste bepaald zelf wanneer zij/hij het nodig vind om uitleg te geven en bepaald ook zelf het moment.
- Een naaste heeft recht op bijstand van hulpverleners en artsen.
- Een naaste heeft recht op een leven na de dood en recht om zijn leven in te delen zoals zij / hij dat wenst.
- Een naaste heeft recht op erkenning op verdriet, huilen, zonder zich daarvoor te moeten schamen.
- Een naaste heeft recht om niet veroordeeld te worden op zijn functioneren ten aanzien van de familie.
- Een naaste heeft onvoorwaardelijk recht op een respectvolle behandeling van, familie, vrienden, artsen en verpleging.

Voor de verpleegkundige is het natuurlijk vooral belangrijk om de naasten zo goed mogelijk te ondersteunen en te begeleiden.
Mensen verschillen heel erg van elkaar, de ene persoon wilt heel veel praten met je en steun zoeken en iemand anders heeft daar weer helemaal geen behoefte aan.
Je moet als verpleegkundige wel altijd je steun aanbieden.
Wat ook belangrijk is, is voorlichting en advies blijven geven aan de ouders en/of naasten en alle vragen te beantwoorden voor hoe ver het kan.